17 februari 2025
parkeren: P+R Tiel (achterkant station)
OV: trein richting Den Haag in 11 minuten van Tiel naar Geldermalsen
etappe: 11 volgens Wandelnet
kilometers: 22,9
Het is weer fijn wakker worden in Natuurhuisje 4 Jaargetijden. Net als gisteren blijven we lang genieten van het naar binnen schijnende zonnetje. Met een kop thee binnen handbereik, de houtkachel snorrend is er niet veel meer nodig om een dag goed te starten. Toch wachten de paden op ons. Na de schitterende etappe van gisteren tussen Leerdam en Tricht, zijn onze verwachtingen ook voor vandaag hoog gespannen. Dat komt mede, omdat op de website van Wandelnet over het Grote Rivierenpad onder andere etappe 11 tussen Geldermalsen en Tiel, die wij vandaag dus stappen, wordt genoemd als populair. We hebben er dus zin in...
Terwijl wij de autodeuren dichtslaan in de buurt van P+R Tiel, zien we de trein vertrekken. Net te laat dus. Gelukkig gaat een volgende al over een half uur. Ook niet vervelend is dat er een De Huiskamer van... op het station zit. Wij brengen dat half uurtje dus achter een bakkie leut door.
Even na 11 uur staan we op station Geldermalsen. De route ligt zo'n 600 meter verderop in Tricht. De startselfie schieten we op een brug over de Linge. De zon schijnt in het water, lieflijke huizen staan op de oever, deze rivier bevalt ons wel. Helaas zullen we haar vandaag niet veel kunnen bewonderen. De route wijkt behoorlijk af van de waterstroom.
In eerste instantie lopen we door de bebouwing van Tricht. Langzaam gaat deze over in een rustigere omgeving waar langs de weg nog wat fruitverbouwbedrijven liggen. De omgeving is een stuk kaler dan die waar we gisteren doorheen stapten. Na het passeren van de Rijksstraatweg verdwijnen zelfs de huizen. We worden een graspad op gestuurd. Echt heel vrolijk word ik er niet van. Ik houd mezelf voor dat het straks weer een stuk mooier zal zijn, want anders zou dit stuk niet zo populair zijn, toch... Even bedenken we dat het wellicht aan het jaargetijde ligt dat het hier niet zo fraai oogt. Toch kunnen we niet bedenken dat het hier in een ander seizoen mooier is. We lopen over een pad langs een armetierig bos met aan de andere kant weilanden, waar overigens juist vandaag de gierkar zijn werk heeft gedaan. Wat een geur...of beter meur! Heel even lopen we verhard over een boerenweggetje voor we opnieuw de weide worden in gestuurd. Dit keer houden we de rand aan om struinend door het gras een stuk verderop opnieuw op een geasfalteerde weg uit te komen. Dit is toch fruitbomengebied? Nou, op dit stuk zijn er weinig bomen te bespeuren.
Natuurgebied de Put van Buren biedt enigszins afleiding, grotendeels omdat we hebben gelezen hoe dit gebied is ontstaan. In het verleden is hier flink geticheld. Dat houdt in dat de bovenste laag van het kleiland is afgegraven in hompjes om er tichels, bakstenen, van te bakken. We komen nu ook in de buurt van Buren. Direct bij het inlopen van deze stad proef je de historische sfeer. Een oude poort geeft ons toegang tot de fraaie met kinderkopjes geplaveide straten. Voor de Sint Lambertuskerk staat een beeld dat verwijst naar de connectie van de stad met het koningshuis. Willem van Oranje trouwde hier in 1551 met Anna van Egmont, gravin van Buren.
De stadswallen geven aan de ene zijde een mooi kijkje op de langsstromende Korne. Aan de andere kant schittert het weeshuis. Dit imposante gebouw komt op naam van Maria van Nassau, de dochter van Willem van Oranje en Anna van Buren. Terwijl wij naar de pracht en praal staan te kijken suist er een ooievaar over ons hoofd om plaats te nemen op een nest op een van de torens. De takjes die hij of zij meebracht worden secuur in het nest geplaatst. Vervolgens vertrekt ze weer voor een volgende lading. Je zou toch denken dat een ooievaar weinig te zoeken heeft bij een weeshuis...
Vanaf nu maakt de Betuwe haar naam wel wat meer waar. We passeren regelmatig grote fruitgaarden. Toch is het lieflijke van gisteren nog steeds ver te zoeken. Een klein beetje komt dat terug als we in de buurt van Zoelen komen. In de verte zien we de molen staan waar het huisje waar wij verblijven zo'n beetje onder ligt. Kasteel Soelen naderen we via een enorme bomenallee. Van het dorp zelf zien we behalve de kerk niet veel.
Het laatste stuk naar Tiel blinkt ook niet uit door sfeer. We steken de Betuwelijn en de A15 over om in de stad van Flipje te komen. Bij een spoorwegovergang verlaten we de route. Morgen pikken we deze hier weer op. Nu houden we het voor gezien. De auto staat zo'n 400 meter verderop bij het station. Het zilveren randje van gisteren was vandaag ver te zoeken, maar ach, zulke dagen horen erbij. En klagen doen we zeker niet, want wat een prachtig weer hadden we!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten