start: auto geparkeerd op de Broodheuvel bij Station Vathorst (bedoeling was P+R Coulissen, maar dat was een bouwterrein) met trein in 7 minuten naar station Amersfoort CS
etappe: 9 en een deel van 10
kilometers: 18
weer: droog, zonnetje, in de ochtend fris, 's middags een graad of 8
Je zou zeggen dat we geen mooiere dag hebben kunnen kiezen dan vandaag om weer op pad te gaan. De bestemming, het Westerborkpad en de huidige situatie, de oorlog in Oekraïne, maken echter dat het zowel Petra als mij een dubbel gevoel geeft. Bovendien herbergt juist deze etappe kamp Amersfoort.
Eerst genieten we nog even van het prachtige weer. Door gezellige straatjes met luxe huizen die mooi afsteken tegen de staalblauwe lucht, wandelen we naar de rand van de Keistad. De bebouwing laten we achter ons als de route het bos in leidt. Dit is bos Klein Zwitserland. Aan onze ademhaling is te merken dat het hier flink omhoog gaat. Logisch ook, want we zijn in een deel van de Utrechtse Heuvelrug, op de Amersfoortse Berg.
Aan de andere kant van de N221 bevinden we ons aan de poort van Kamp Amersfoort. Het is stil in het gebied. We zijn de enigen. Het vrolijke geluid van vogels klinkt misplaatst. 47000 Mensen hebben hier vanaf 1941 gevangen gezeten, een mensonterende behandeling ondergaand. Constant het gevaar van een dreigende executie, altijd honger, dwangarbeid en mishandeling. Een groot aantal van hen is doorgevoerd naar vernietigingskampen. Een houten trap laat ons neerdalen in de schietbaan. Hier staat de Stenen Man, een beeld als herinnering aan de slachtoffers van Kamp Amersfoort. Het stelt een man voor staande voor het vuurpeleton. Een van zijn vuisten is gebald als teken van onmacht en ongebroken wil. Het staat op een sokkel met vijf punten. Op elk een vredesduif als representatie van de vijf oorlogsjaren. Het was de plek van een massagraf met 49 slachtoffers.
Wij lopen weg van het beeld en de fusilladeplaats door de 350 meter lange, door gevangenen uitgegraven geul. We zijn stil. De gebeurtenissen van weleer drukken. Aan het eind van de geul staat een wachttoren, een authentiek overblijfsel. Kansloos was je hier als gevangene. Achter het vrij nieuwe museumgebouw ligt een brak terrein waarvan wij vermoeden dat het de plaats van de barakken van de gevangenen is geweest.
Bedrukt vervolgen we onze weg. Af en toe komen we een informatiebord tegen met verhalen van wat zich hier heeft afgespeeld. Op de hoek van het gebied staat een prachtige villa, huis te Kalckweg. Alleen het infopaneel geeft aan wat voor horrors zich hier hebben afgespeeld. Dat de kelder is volgestort met beton om alle gruwelijkheden voor eens en altijd te bedekken zegt genoeg.
Op de nabij gelegen begraafplaats Rusthof zijn enkele slachtoffers van Kamp Amersfoort herbegraven. Ook is hier het Sovjet Ereveld waar 865 slachtoffers uit de voormalige Sovjet Unie hun laatste rustplaats hebben gevonden.
We schudden de donkere gedachten uit ons hoofd. De omgeving biedt afleiding, bos en zandverstuiving. Op een bankje eten we ons van huis meegebrachte lunch. De perfecte plek om even bij te praten.
Via een steil viaduct steken we de A28 over. De naam van het bos waarin we zijn beland, laat ons even denken dat we in een film van Lord of the Rings zijn beland, Nimmerdor. Veel dor hout zien we overigens ook inderdaad niet. Langzaam komen we weer in de bebouwing van de stad. De lange Leusderweg voert ons het centrum in. Het is maar goed dat we onze koffie al voor die tijd scoren bij HANA hotcakes. Het is duidelijk dat het gedaan is met alle coronamaatregelen. Het is beredruk. Gelukkig worden we door wat achterafstraatjes geleid. Wat is Amersfoort tof, zeg! De singels, de smalle straatjes met karakteristieke oude gebouwen. Zeker waard om nog eens terug te komen om alles eens rustiger te bekijken en wellicht wat te shoppen. Ook nu loop ik niet met lege handen door. Bij De Nootzaak scoor ik een lp van Depeche Mode. Leuk als cadeautje voor het thuisfront.
Door De Koppelpoort verlaten we het centrum. En eigenlijk ook direct het leuke deel van deze etappe. Vanaf nu is het vooral doorstappen om kilometers te maken, om het pad aan elkaar te stappen. Langs het spoor lopen we eerst naar station Schothorst en vervolgens naar Vathorst. Met dit laatste stuk komt ons dagtotaal op 18 kilometer. Het was een zonnige dag met af en toe donkere gedachten.
start: een auto parkeren op de Sportlaan in Onderdijk, andere auto in de Zuiderzeestraat in Aartswoud
kilometers: 23, inclusief ommetje via Groot Frieslandpad door Twisk en Opperdoes
Tien maanden
heeft de Westfriese Omringdijk het zonder ons moeten doen. Ook deze week viel
onze keus bijna op het Zuiderzeepad. Het weer besliste anders. Dinsdag zag er weergezien
niet optimaal uit. Woensdag was een prachtige dag, maar waren er andere
plannen. Gisteren beloofde een soort van zondvloed. Vandaar dat alleen vandaag
overbleef om eropuit te gaan. Omdat zowel Mariska als ik weer redelijk vroeg
thuis moesten zijn besloten we in de buurt te blijven en een stuk van de
Westfriese Omringdijk weg te stappen.
Op 28 april
vorig jaar eindigden we in Aartswoud. Hier ligt vandaag dan ook onze start. Een
vroege, want zoals hierboven gemeld wachten er nog andere afspraken in de
middag. In Onderdijk, net onder Medemblik laten we een van de auto’s achter. Met
de ander rijden we naar Aartswoud. Bij het uitstappen zien we aan de horizon
een regenboog. Donkere wolken komen ons tegemoet. Even twijfelen we of we al
direct de regencapes aantrekken. Het zonnetje voor ons geeft echter hoop. We
laten ze in de tas. Over een zigzaggend fietspad lopen we door de polder. Het
lijkt af en toe een schilderij. Zonnestralen schijnen op dorpjes aan de
horizon. Kerktorentjes piepen boven de huizen uit. Weidevogels overal. Mariska
speurt naar de grutto. Zonder succes. De vele scholeksters maken echter alles
goed. Ganzen vliegen en masse op als we langslopen. Wat een mooi gebied om te
wandelen.
Vanaf
Lambertschaag wordt de route iets minder spectaculair. We steken de drukke N239
over om daarlangs over een grasdijk naar de A7 te wandelen. Over een viaduct
steken we de snelweg over. De Omringdijk loopt hiervandaan linea recta naar
Medemblik. Niet echt idyllisch zo langs de autoweg. Het boekje geeft een mooi
alternatief. Door het Groot Frieslandpad te volgen doorkruisen we de mooie
dorpjes Twisk en Opperdoes. Het is waarschijnlijk iets om, maar wij gaan
ervoor. Wel bijna met gevaar voor eigen leven als we de weg over moeten steken.
Nog even lopen
we door een natuurgebied met meer vogels (en nog steeds geen grutto…). Twisk en
Opperdoes zijn monumentale dorpjes. Aan beide zijden van het smalle
boerenweggetje dat beide plaatsjes verbindt, staan prachtige boerderijen. De
oude stationnetjes van de stoomtram Hoorn – Medemblik zijn fotogeniek. Deze
omweg is zeer de moeite waard! Aan het eind van Opperdoes is de samensmelting
van het Groot Frieslandpad en de route van de Westfriese Omringdijk. Medemblik
gloort in de verte. Een molen en twee kerktorens vormen het beeld aan de
horizon. Dat is ons doel. Nog steeds over een grasdijk overigens. Vlak voor de bewuste
molen worden we begroet door een kudde schapen. Ze zijn nieuwsgierig, maar
blijven op afstand. Als we ze zijn gepasseerd volgen ze ons op voor hen gepaste
afstand.
Twisk
Medemblik aan de horizon
Als we om Molen de
Herder zijn gelopen, zien we een uitnodigend bord voor het poortgebouwtje dat
ons lokt met koffie en gebak. Daar zeggen we geen nee tegen. Naar binnen gaan
met van die baggerschoenen lijkt ons echter geen goed idee. Aangezien we de
enige klanten zijn, vraagt de uitbater ons onze schoenen uit te doen. Best
comfortabel en huiselijk, vooral omdat er bovendien vloerverwarming is.
Weer op pad zijn we net op tijd voor voedertijd der dieren. In dit geval een kudde schapen die voorzien worden van sneeën brood. Het zijn wat chiquere beestjes dan hun soortgenoten bij de molen, dikkere en vooral schonere vachten. Bij navraag bij hun eigenaar blijken het Drentse schapen te zijn. Met het water
van het IJsselmeer aan onze linkerhand wandelen we langs het voormalige
Zuiderzeeplaatsje. Ook hier een stationnetje van de stoomtram. Echt druk is het
niet op straat. Het is ook best guur, ondanks dat het zonnetje schijnt en de
regen vooralsnog op afstand blijft. Toch is duidelijk dat dit een sfeervol
plaatsje is. Oude straatjes met prachtige pandjes. Meerdere havens vol boten
waarvan de touwen tegen de masten tikken. Pontificaal aan het water staat het
kasteel Radboud. Eigenlijk zou het Floris V pad ook door Medemblik moeten
voeren, want in de 13e eeuw was hij de architect van deze
dwangburcht met als doel de West-Friezen onder controle te houden.
Wij schieten
alleen een plaatje en vervolgen onze weg langs het water. Over grindpaadjes
lopen we door het gebied van de Vooroever. Zomers zal het hier vol liggen met
zonaanbidders. Nu met schuimende koppen op het water is het wat minder
comfortabel. Nog even een blik op het stoommachine museum en dan kunnen we op
naar Onderdijk. Nu iets minder dicht langs het water. Niet dat we dat niet
proberen, maar het wordt op een gegeven moment meer zwemmen, dan wandelen.
Terug dus maar. We hoeven het water niet voor lang te verlaten. Het laatste stuk
naar Onderdijk wandelen we over een smal grindpad over de oever. Wat is het
hier toch mooi! In de verte zien we de contouren van Andijk. Rechts aan de
andere kant gluren huisjes over de dijk om een goed uitzicht te hebben.
Voor ons zit
het erop. 23 Kilometer zijn weggestapt. Ruimschoots op tijd keren we weer
huiswaarts. Nog maar 2 stukken te wandelen en de Westfriese Omringdijk is afgestapt. Dat gaat vast geen jaar meer duren.
start: vanaf de B&B rijden we in 10 minuten naar Rockanje. Parkeren aan de Dorpsstraat (net buiten het betaalde gebied). Bushalte Dorpsplein, waarvan bus 403 elk half uur vertrekt. De rit naar Oostvoorne duurt 10 minuten.
etappe: het restant van etappe 3 plus vast wat honderd meters van etappe 4
kilometers:13,3
kilometers GR5 cumulatief: 62,6
Vandaag was er
totaal geen twijfel. Hooguit iets van ietsiepietsie spijt achteraf. Waarom? Dat
wordt zo duidelijk. De dag begon in ieder geval fijn.
De wekker staat
vandaag op een schappelijke tijd voor een vrije dag, 8.15 uur. Toen gisteravond
storm Franklin overtrok, namen wij het besluit om vandaag niet het hele stuk
tot Goedereede, 24 kilometer, zoals in de planning lag, te wandelen. In plaats
daarvan maken we etappe 3, tot Rockanje, vol.
Het is een
cadeautje om nog even tijd in de B&B door te brengen. De loeiende wind van
vannacht hebben we uiteraard gehoord, maar diep in ons comfortabele bedje
weggedoken, hebben we daar geen last van gehad. Het ontbijtje smaakt weer prima.
Sowieso is het voor mij al een dikke plus als er een verse croissant bij zit. Inpakken
is snel geregeld. In twee dagen kunnen we natuurlijk ook niet echt veel troep
maken. Om 11.00 uur nemen we afscheid van de gastheer en -dame. B&B Hoogtij'd is echt een aanrader. Voor het wandelen van de eerste 4 etappes van de GR5 en de
laatste van het Kustpad deel 1, is het de perfecte pleisterplaats. Centraal
gelegen met een bushalte voor de deur. Je hoeft overigens niet aan de wandel om
hier te kunnen genieten.
B&B Hoogtij'd
Rockanje is per
auto slechts 10 minuten verwijderd van Oostvoorne. Een parkeerplekje is zo gevonden.
Bus 403 brengt ons in zo’n beetje dezelfde tijd weer terug naar de halte voor
de B&B, waarvandaan we net zijn vertrokken. Het is zowaar droog als we
richting de route lopen. Gisteren zijn we bij het Wapen van Marion afgeslagen,
vandaag pikken we daar het pad weer op. Helaas begint het net te miezeren als
we de GPS’en willen starten. Goed excuus om de naam startbakkie weer eens eer
aan te doen en een cappuccino te scoren voor we ook maar een stap op de route
hebben gezet. Bovendien kunnen we meteen een sanitaire stop maken.
Om 12.30 uur staan
we klaar voor de startselfie. Op naar Rockanje. Bij Koepel Zeeburg duiken we
direct het bos in. Bospaden volgend slingeren we tussen de bomen door. Boven
ons horen we het steunen en kreunen van de takken. Af en toe werpen we een
angstige blik omhoog. Op de grond liggen de bewijzen dat het hier niet geheel ongevaarlijk
is op dit moment. Constant manoeuvrerend op de rand tussen duinen en bos wandelen
we de duinen van Oostvoorne door. Het is een prachtgebied. En…het is nog steeds
droog. We krijgen zelfs een cadeautje in de vorm van zonnestralen die door de
wolken heen piepen. Regelmatig gaan we via een hek het gebied van grote grazers
in. Dat vertellen de bordjes ons tenminste. Zien doen we de runderen niet.
Bij het
bezoekerscentrum Tenella Plas laat de zon ons weer in de steek. Druppels komen
in de plaats. We hebben alle vertrouwen dat het van korte duur zal zijn. De grond
heeft hier al heel wat water te verduren gehad. Onze schoenen zijn er op
berekend. De voetjes blijven droog. Langs het brede water lopen we richting
strand van Rockanje. De zee zelf zien we niet. Wel merken we dat we in de buurt
zijn, want we worden af en toe lichtelijk gezandstraald. Het drukt de pret
niet. Bovendien is de zon ons weer gezelschap komen houden. Wat een mooi gebied
is dit! Golvend lopen we over de zandduinen. De paadjes hier zijn smal. Het
maakt dat we stiekem een beetje beginnen te denken om weer eens te gaan
trailen.
Op de hoek bij
Badhotel Rockanje tringelt de GPS. Etappe 3 van de GR5 zit erop. Op weg naar de
auto, die in het centrum van de plaats staat geparkeerd maken we alvast wat
meters van de volgende etappe. Op de hoek van de Duinrand en Waaldrift nemen we
afscheid van de GR5. Voor nu. Gezien het weer hadden we misschien wel tot
Goedereede kunnen lopen. Maar ach, het was vandaag eigenlijk perfect zoals het
was. En die kilometers komen wel. Het volgende weekend staat al gepland voor
april.
Cheers!
De kop is eraf!
Het waren drie dagen afzien, maar vooral genieten! Om dat te vieren nemen we
een etappedrankje bij De Jongens in het centrum van Rockanje. We zijn 57
kilometer dichterbij Nice geraakt.
start: bushalte Voorweg 46 in Oostvoorne, bus 403 naar busstation Rugge in Brielle, bus 105 naar halte Grote Stern in Rozenburg, wandelen naar veer
restant etappe 2 en deel van 3
kilometers 23,7
kilometers GR5 officieel: 49,3
weer: windkracht 6 a 7 en regen (vrijwel constant)
Het zou vandaag
onstuimig weer worden, veel water en nog steeds een fikse wind. Dat maakte dat
we gisteravond al twijfelden wat te doen. Op de planning stond het restantje
van etappe 2 vanaf het veer in Rozenburg naar Brielle en dan door met etappe 3
naar onze B&B in Oostvoorne, een dikke 20 kilometer. Maar ja, willen we het
risico lopen om weg te waaien of weg te spoelen? Of zal het allemaal wel
meevallen?
De twijfel beïnvloedde
ons avondje overigens niet. Languit op de bank hangend, een drankje in handen,
de laptop voor ons met Wie is de mol (René zijn mol blijkt gewoon kandidaat,
een erg leuke! Mijn mol zit nog ondergronds), terwijl de regen op het dak sloeg.
Van diezelfde regen hebben we vannacht ook weinig gemerkt. We sliepen prinsheerlijk!
Vanochtend was
de twijfel er weer. Voorzichtig werden plannen geopperd om in de middag nog wat
kilometers te maken. Tot we tijdens het ontbijt, wat is het toch fijn als dat
voor je wordt bereid, een blik op Buienradar wierpen. Nou ja, zeg…het valt
eigenlijk allemaal best mee. Okay, vanochtend regent het nog flink, maar vanaf
een uur of 12 is het nog maar 3 of 4% kans op een bui op je hoofd, waar dan ook
nog maar eens weinig water uit lijkt te vallen. Dus…wij gaan op pad!
Meteen de
schoenen veteren en de rugzak op hijsen heeft weinig zin, omdat de bus pas over
drie kwartier, om 10.37 uur vertrekt. De halte ligt zo’n beetje voor de deur
van de B&B. Bus 403 brengt ons naar halte busstation Rugge te Brielle.
Hiervandaan rijdt bus 105 in vijftien minuten naar Rozenburg. Halte Grote Stern
ligt het dichtst bij het veer. Het regent als we uitstappen, maar we weten dat dat
van korte duur zal zijn. Of beter, dat denken we dan nog…
Goed ingepakt
in regenkleding starten we om even voor half 12 de route. Aan de overkant van
de Nieuwe Waterweg ligt Maassluis er mistroostiger bij dan gisteren. Wel
vrolijk worden we van de eerste kilometer die ons over een kabouterpad voert.
Overal staan kitscherige beeldjes van kaboutertjes en andere bosbewoners. Het
heeft wel wat, ook al is het niet echt ons kopje thee. Langs de buitenrand van
Rozenburg lopen we naar het Calandkanaal. Vanaf rechts voelen we hoe krachtig
de wind is als we in open gebied lopen. Echt sfeervolle plaatjes zijn hier niet
te schieten. Grote petroleumsilo’s bepalen hier het uitzicht. Maar ach, het
heeft wel iets. Het hoort erbij in dit gebied.
De Calandbrug biedt
een uitdaging. Zodra we de trap hebben beklommen om op de blauwe hefbrug te
komen, worden we er direct zo’n beetje weer vanaf geblazen. Poeh zeg, dit is
echt een pittig windje. Ver voorover gebogen komen we aan de overkant van het
water. Hiermee is het nog niet voorbij. Nog twee bruggen moeten worden
bedwongen. Die over het Hartelkanaal en het Oosterlandse Rak. Met het
oversteken van die laatste zijn we op Voorne-Putten beland. Nog maar een
kilometer of vijf tot Brielle. Verdwalen zullen we nu niet, want het is
rechttoe, rechtaan, langs het Oosterlandse Rak naar Brielle.
Calandbrug
Brielle
binnenlopend treden we in de voetstappen van Jan Klaassen. Ook wij kunnen nu
zeggen dat we van Den Helder tot Den Briel wandelden. Dat hij geen held was, betwist
ik overigens. Wij hebben er flink de tijd voor genomen om het stuk af te leggen
en dat ook nog zonder trompet. Met een flink “hangry”-gevoel, waarmee ik te
kampen heb, lopen we via een van de poorten de vesting binnen. De mogelijkheid
om een bus terug te nemen ligt op de loer. Het regent nog steeds. Inmiddels ben
ik redelijk doorweekt. Dat Buienradar is echt prutswerk. De wind zorgt ervoor
dat mijn haren constant voor mijn gezicht waaien. In Brielle lijkt geen enkele
tent open voor een warm bakkie koffie. Kortom, misere alom. Tot ik een zelf
meegebracht broodje naar binnen werk. Opeens zien de straatjes, er zelfs in dit
weer, toch wel interessant uit. Een Buff zorgt ervoor dat mijn haar niet langer
in mijn ogen waait. Die bus skippen we, wij lopen door. Maar…Buienradar zit
echt volledig mis.
leuke optrekjes in Brielle
toegangspoort tot Brielle
een van de bastions
Even buiten
Brielle worden we een grasdijk op geleid. Het fietspad ernaast lijkt een fijner
alternatief, maar komen beide paden weer samen? Wij zijn de route gehoorzaam en
lopen de dijk op en de modder in. Hellend naar links ploeteren we voort. Dit is
echt gewoon gekkenwerk! Waarom doen we dit? Tot we op het lumineuze idee komen
om onderaan de dijk uit de wind te gaan lopen. Weliswaar op een minder begaanbaar
pad, maar de luwte vergoedt veel. Je kunt je voorstellen hoe we hebben gekeken,
toen een kilometer verderop onze route gewoon weer op het fietspad uitkwam.
Niet alleen wij
hebben het behoorlijk te verduren van de beukende wind. De bomen die hier staan
of in geval van sommige stonden, kreunen en kraken. Het lijkt ons niet
verstandig om hier vlak langs te lopen. Als het enigszins mogelijk is houden
wij dan ook afstand. Even krijgen we een déja vu naar vanochtend als we ons
opnieuw op een kabouterpad blijken te bevinden. Het lijkt of alle kitsch van
het eiland is verzameld om hier langs het pad te plaatsen.
Dat het hier op
andere moment heerlijk is om te vertoeven, bewijzen de vele vakantieparken die
we tijdens onze laatste kilometers zien. Nu ogenschijnlijk verlaten, maar zomers
waarschijnlijk bruisend. Kruiningergors aan het Brielse Meer lijkt uit alleen
maar vakantieverblijven te bestaan.
Bij het Wapen
van Marion laten we de route wat hij is voor vandaag. Het houtkacheltje in de B&B
roept ons. Even voor 4 uur kunnen we ons ontdoen van de natte jassen. Ruim 22
kilometer hebben we door wind en regen gebikkeld. De portjes smaken er extra
lekker om.
Start: Rozenburg, geparkeerd in woonwijk tegenover veer. In Maassluis gewandeld naar metrostation (10 minuten), metro + pendelbus naar Hoek van Holland
Etappes: 1 en deel van 2
Kilometers: 25,6 officieel
Weer: stormachtig, droog, in de ochtend nog blauwe luchten en zon
De kop is eraf.
De eerste kilometers van de GR5 zijn weggestapt. Natuurlijk is het gewoon een
ander wandelpad dat we volgen, maar toch voelt dit anders. Deze start voelt als
een soort belofte. Dat het een onstuimig begin wordt, werd deze week duidelijk
toen storm nummer twee, Eunice heet deze dame, werd voorspeld. Het meeste
venijn heeft zij op vrijdag, een dag voor ons vertrek, al uitgestort over het
land. Toch heeft haar nabrander ook nog een woei met uitschieters tot windkracht
100 en vooral een bak water in petto. Niet echt een heel fijn vooruitzicht.
Desalniettemin gaat onze
wekker vanochtend om 6.00 uur. We gaan op pad. Eerst een dikke anderhalf uur
rijden naar Rozenburg. Het was weer een puzzel om zo comfortabel en snel
mogelijk bij het startpunt te komen. Het OV vanaf Rozenburg duurt zo’n twee uur.
Niet echt rap, dus. Maar, in een ander blog met GR5-avonturen las ik de optie
om de auto in Rozenburg te parkeren, het veer naar Maassluis te nemen en
daarvandaan de metro naar Hoek van Holland. Appeltje, eitje. Binnen een half
uur kunnen we na geparkeerd te zijn, de GPS’en starten. Uh, niet dus. Er wordt
gewerkt aan het station bij Hoek van Holland. Hierdoor rijdt de metro maar tot
Steendijkpolder. Een pendelbus zorgt voor overbrugging naar het oorspronkelijke
eindpunt. En ja, dat vergt wat meer tijd. Gelukkig heeft onze blunder om de
metro de verkeerde richting op te nemen, pfff, geen consequenties wat tijd
betreft. Onderweg genieten we nog even van de gouden medaillerace van Irene
Schouten.
Maassluis vanaf Rozenburg gezien
in het ochtendzonnetje is zelfs industrie mooi
Om even na half
11 staan we aan de start van ons GR5-avontuur. Het is een beetje een domper,
maar een geanticipeerde. Toen we hier begonnen met het Kustpad richting
noorden, deel 2, hebben we ons ongans gezocht naar een wandelpaal, of in ieder
geval iets met een startteken van het te lopen pad, erop. Niets, nada, niente. Met
de verbouwing van het stationsgebied is de paal verdwenen. En nog steeds niet
teruggekeerd. Wel fijn is de vertrekhal van Stena Line. Hier kunnen we uit de
wind rustig onze schoenen veteren en een sanitaire stop maken. Toch wat
comfortabeler dan de bosjes onderweg.
En dan kunnen
we…de startselfie is gemaakt, de koers opgezocht en de GPS’en gestart. Hee,
ho, hee, ho, off to Nice we go. Eerst
maar eens Hoek van Holland achter ons laten. Langs de rand van deze plaats
lopen we even noordwaarts om dan naar het oosten te wandelen. Links de kassen
van het Westland. Rechts zien we de contouren van de woonwijken langzaam vervagen.
Het wordt landelijker. Overal liggen kleine takjes op de grond als bewijs dat
Eunice ook hier heeft huisgehouden. Het pad wordt zelfs even een hindernisbaan
als we ons een weg moeten banen door en over een omgevallen boom.
Dan worden we
het Staelduinsebos ingestuurd. De takken en omgevallen bomen lijken niet alleen
veroorzaakt te zijn door de storm van gisteren. Dit kreupelhout ligt er zo te
zien al langer. Bomen steken elkaar naar de kroon met hun wortels. Het lijken
wel kunstwerken af en toe. De bunkers in het bos hebben nieuwe bewoners
gekregen. Vleermuizen houden hier hun winterslaap.
Onze GPS en de
routemarkeringen zijn onze leidraad. Het boekje wordt alleen tevoorschijn
gehaald bij twijfel. Dat is de reden waarom wij bij de Nieuwe Waterweg
uitkomen. Pas later merken we dat de route anders staat aangegeven in het
boekje. Hebben we iets gemist? Ach, het stuk dat wij hebben gelopen, was
sowieso bijzonder. Eerst biedt het Engelandsvaardersviaduct mooie schaduwplaatjes.
Vanuit de bus zagen we, of eigenlijk vooral René, al de enorme staalconstructie
van de Maeslantkering. Nu kunnen we deze stormvloedkering, waarvan een deur al
210 meter lang is, van iets dichterbij zien. Het is een fascinerend bouwwerk.
René op het Engelandvaardersviaduct
Langs het water
lopen we richting Maassluis. Het is nog steeds droog, hoewel de blauwe lucht al
langzaam grijzer kleurt. De wind maakt het guur. Diep weggedoken in onze jassen
lopen we richting Maassluis. Echt pittoresk is het niet met de aan de overkant
gelegen petroindustrie van het Europoortgebied. In de verte kunnen we het veer naar
Rozenburg al bijna zien liggen. De eerste etappe van de GR5, of eigenlijk de
laatste etappe van Kustpad deel 1, eindigt hier. Wij worden echter nog getrakteerd
op een ommetje door te beginnen aan de volgende etappe.
Hiervoor worden
wat buitenwijken van Maassluis doorkruist. De A20 wordt onderdoor gestoken. Aan
de horizon zien we twee molens draaien. Rechts daarvan piept een kerktorentje
boven de bebouwing uit. Dat is Maasland. Dwars door de weilanden lopen we die
kant op. Verdwalen kunnen we niet, want we worden geleid door een smal stenen
pad, een soort van “follow the yellow brick road”….uhm…het bakstenen pad. Achter
mij lopend maakt René er helemaal wat moois van als hij opeens “Follow the
yellow raincoat” begint te zingen. Ach ja, je moet wat zo’n hele dag op pad met
z’n tweetjes…
kunst onder de A20
Maasland is
mooi! Vooral in de buurt van de kerk staan sfeervolle, oude huizen. Ook het
fietspad dat ons Maassluis in leidt, wandelt prettig. Om in de stad te komen
moeten we opnieuw de A20 onderdoor. Langs het water komen we in het oude
centrum. Wat een mooi plekkie! Langs het water van de Vliet oude huizen. Voor
ons in de hoogte de sluis met daarboven uit torenend de kerk. Overal
bruggetjes. Het maakt het allemaal heel sfeervol. Zo ook de oude Stadhuiskade
met aan de kade de oude Stoomzeesleper de Furie. Zelfs de paar regendruppels
die vallen kunnen de pret niet drukken.
Het eind van
onze wandeling voor vandaag komt in zicht. Maassluis laten we achter ons.
Helaas niet zo snel als we willen, want we missen net het veer naar de
overkant. Schuilend, vooral nog tegen de weer behoorlijk aangetrokken wind,
wachten we tot we over mogen varen.
Vijfentwintig
van de ongeveer 2200 kilometer zijn weggestapt. De druppels vallen gestager. We
hebben het koud. Op naar onze B&B voor de komende twee dagen. Morgen is er
echt een sloot aan water voorspeld. Hebben we daar zin in? Morgenochtend
Buienradar maar even checken. Voor nu gaan we in de relaxstand. En dat gaat
heel goed op deze comfortabele stek.