zondag 18 februari 2024

Pelgrimspad- Maaseik naar Sittard

18 februari 2024


start:vanaf B&B Maasvallei in 15 minuten naar P+R station Sittard, parkeren, trein naar Susteren, bus 35 naar Maaseik, halte MGR Koningstraat. OV in totaal 26 minuten
etappe Pelgrimspad: deel 2 etappe 9
kilometers Pelgrimspad: 19,5 (korter dan in boekje ivm omleiding)
kilometers gestapt: 20,3

Het plannen van het OV voor vandaag bleek gisteravond een hele puzzel. De in het boekje uitgestippelde finishplek is met bussen en treinen te verbinden met de startplaats, maar dat kost wel bijna 2 uur. Dit alles heeft ook te maken met het feit dat de meeste treinen er hier in Noord-Limburg dit weekend uitliggen. Op maandag, als de treinen blijkbaar weer rijden,  is deze tijd namelijk 75 minuten. Nog steeds best aan de maat, maar een stuk minder dan voor de zondag. Vandaar dat wij de etappes omwisselen. Ook doen we een kleine aanpassing om de OV-reistijd nog iets te verminderen. Het plan wordt dan om de auto in Sittard te parkeren, trein en bus naar Maaseik te nemen en daarvandaan terug naar de auto te wandelen. 

Alles in kannen en kruiken. Tenminste, alles wat we min of meer in de hand hebben. Een blik op Buienradar laat ons namelijk weten dat het nat gaat worden. Echt heel Nederland is vanaf een uur of half elf volledig bedekt onder regenwolken, waarvan een aantal zelfs wat donkerder blauw. Pfff, een buitje vinden we niet heel erg, maar de hele dag door de regen wandelen is toch wel een ander koekie. Twijfel dus! Tijdens het heerlijke ontbijt van B&B Maasvallei nemen we een besluit. We gaan gewoon. Dan maar even bikkelen door de regen. We zijn hier nu toch. 

Binnen een kwartier rijden parkeren we de auto in de overdekte P+R-garage bij station Sittard. Een trein- en busritje later staan we in België. Dat blijft toch wel speciaal, dat je zomaar in een ander land staat. Lang blijven we er echter niet. Vrijwel direct na de start steken we de Maas over om Nederland weer in te lopen. De regen is inmiddels, zoals verwacht, ook gaan vallen. Heel dikke druppels zijn het niet. Wel staat er ook een pittig windje. Echt guur dus. 


Over de Pater Sangersbrug stappen we Nederland binnen. Halverwege is in de reling een monument verwerkt. Het stelt een touw voor met een knoop erin die precies op de grens hangt. Aan beide zijden wordt het touw vastgehouden door handen. Het symboliseert de verbinding tussen de twee Limburgen. Aan de Nederlandse kant staat een grenspaal. Altijd een foto waard! In de buurt van de paal staat een draaiend hart van een soort ijzerdraad waaraan allemaal beschilderde slotjes hangen. Het exacte verhaal heb ik niet gelezen, maar uit de koppen op het informatiebord maak ik op dat het een monument is voor mensen die in de eerste wereldoorlog zijn geëvacueerd. 



Via een soort van uiterwaarden, bekend als De Rug, lopen we naar Roosteren. Halverwege delen we het pad met paarden die in de wei grazen. Ze keuren ons geen blik waardig. Roosteren herbergt wat leuke huizen. Het wordt doorsneden door de drukke N296. Aan de overzijde van de weg worden we richting de Maas geleid. Wat een kracht gaat er toch van zo'n rivier uit, zo meanderend door het landschap. Op sommige delen lijkt het een meer, zo breed. Andere momenten is het een kabbelend stroompje. 




Tegen de wind in knokkend lopen we een paar kilometer langs het water. Tot in Illikhoven. Het naambord vergt een tweede keer kijken. Wat staat daar nou eigenlijk? Bij De Pitstop scoren wij ons startbakkie met een gedeeld stuk rijstevlaai, want we zitten nog een beetje vol van het ontbijt.

Even verderop geeft een bord, gelukkig heel duidelijk, aan dat er een routewijziging is. In plaats van langs de rivier richting Grevenbicht, worden we nu over een fietspad gestuurd. Met de wind op kop en de regen in ons gezicht is het nog even pittig doorstappen door dit smalste stukje van Nederland. Ondanks dat in Grevenbicht de B&B ligt, waar we overnachten, zijn we nu zo ongeveer op de helft. Via Sluis Born steken we het Julianakanaal over. Voor nu laten we het water even achter ons. Hopelijk lopen we zo weer enigszins beschut tegen de regen. Die valt overigens niet constant. 

Born biedt die beschutting nog niet. Dwars door dit plaatsje lopen we naar de A2 die we oversteken. In de verte zien we groen, ons eerste bos van vandaag. Het is het Limbrichter Bosch. Over smalle paadjes slingeren we tussen de bomen door. Dit is leuk! De plaats waarnaar dit bos is vernoemd is trouwens ook een stop waard. Zeker het kasteel in Limbricht. Hoewel nu helemaal leeg biedt de binnenplaats behorende bij het vierkante kasteel niet eens een mistroostig aanblik. Wat zal het hier op een zomerse dag gezellig zijn. Helemaal met een proeverijtje van de hier gelegen uitbaterij Het Proeflokaal. Een beeld van een vrouw met een kat aan haar voeten doet me vermoeden dat zij de heks is uit het boek van Susan Smit, De heks van Limbricht. Een naamplaatje geeft aan dat dit inderdaad Entgen Luijten is. 






Nu is het niet ver meer naar Sittard. Van het Pieterpad en de volgende etappe van het Pelgrimspad weten we dat de binnenstad gezellig is. Dat geldt niet voor de wijken waardoor wij de stad binnenlopen. Bovendien miezert het nog flink, dus we hebben er flink de pas in. Na 20 kilometer staan we op het Stationsplein. Hier startten we op 22 juli de etappes richting Maastricht. Als morgen het gat tussen Ell en Maaseik is gedicht, rest ons het deel tussen Middelbeers en Weert nog. Het schiet al op...

Redelijk vroeg ploffen we weer op de comfortabele stoelen in B&B Maasvallei. Wat fijn dat we vanochtend toch de wandelschoenen aantrokken en op pad gingen. De regen viel inderdaad, maar het was heel goed te doen! Blij dat we weer een stukje Pelgrimspad kunnen afvinken. 


zaterdag 17 februari 2024

Pelgrimspad van Weert naar Ell

17 februari 2024 


start: met de auto in ruim 2 uur naar de Niesstraat in Ell, hiervandaan 2 bussen (73 naar Weert station en 11 richting Eindhoven) naar halte Geurtsvenweg in Weert. 200 Meter verderop ligt de route
kilometers Pelgrimspad: 16,9
totaal kilometers gestapt: 17,8

Zou het dan eindelijk weer eens gaan lukken om een stuk van het Pelgrimspad af te vinken? De GPX-en van de routes zijn gedownload, het overnachtingsadres geboekt. Nu alleen nog echt gaan. Voorgaande keren gooide mijn gebroken arm en 2x een fikse griep en zo, roet in het eten. De afgelopen week was weliswaar beredruk, maar vanochtend, met een behoorlijk slaapgebrek van de afgelopen dagen, lukte het dan toch om rond 8.00 uur naar het zuiden te sturen. Op naar Ell, wie kent het niet...

Ruim 2 uur later parkeren we vlakbij bushalte Niesstraat de auto. Bus 73 rijdt ons via dorpjes als Swartbroek in ruim een kwartier naar het station van Weert. Hiervandaan is het nog maar een minuut of 5 met bus 11 naar halte Geurtseven. Even verderop ritsen we naadloos in op de route. 


Deze start vandaag voor ons in het gebied van de IJzeren Man. Hé, kennen we dat niet? In Vught liepen we langs een soortgelijke plas met exact dezelfde benaming. De verklaring omtrent de naam is dan ook hetzelfde. De zandafgraving, hier ten behoeve van de spoorlijn Eindhoven - Weert, werd gedaan door een grote machine die in de volksmond de IJzeren Man werd genoemd. Het gebied eromheen heeft een invulling gekregen die dagjesgasten trekt, een milieucentrum, een klimbos en bijvoorbeeld een zwembad. Wij laten alles links liggen en maken in het voorbijgaan alleen een paar keer gebruik van de trimtoestellen die langs ons wandelpad staan. 





Langs een andere zandwinningsplas lopen we over ongezellig rechte wegen richting Altweerterheide. Het kerkje in de verte lonks. We hebben zin in een startbakkie. Helaas slaat de route ver voor het dorp weer af. Hopen dus maar op een volgende plek voor een koppie. Even vergeten we deze behoefte als we over smalle paadjes door het gebied van Kemper-broek slingeren langs de Tungelerwallen. Fijn, een beetje afwisseling op die rechte wegen. 

Tungelroy is onze volgende kans op het steeds harder nodige kopje koffie. Of het nu aan onze vermoeidheid ligt of de route, waarschijnlijk is het een combinatie ervan, maar we hebben het een beetje zwaar. Tungelroy biedt behalve een kapel en een molen, weinig soelaas. Door dus maar. Zonder cafeïnefix. 





Van het laatste natuurgebied De Krang worden we eigenlijk alleen maar chagrijniger. Wat een blubberbad, zeg! Glijdend en glibberend naderen we Ell. Als de route na bijna 17 kilometer naar rechts afbuigt, slaan wij linksaf naar de auto. We ontdoen ons van de modderschoenen en gaan maar vast op weg naar de B&B. Daar in de buurt zal vast wel een gezellig tentje open zijn. 

Dat vergt even wat googelen, maar uiteindelijk zitten we bij De Pitstop in Illikhoven (ja, ja, je komt nog eens ergens) achter een bakkie leut vergezeld door een stuk rijstevlaai. 

Bnb Maasvallei

B&B Maasvallei in Grevenbicht zorgt ervoor dat ons grumpy gevoel van vandaag als sneeuw voor de zon verdwijnt. Prachtig gelegen aan de Maas. De kamer is heerlijk comfortabel. Precies wat we nu nodig hebben. We genieten van het lekkers in de koelkast en ploffen op bed. Even bijkomen. Morgen stappen we verder naar Roosteren. Tenminste...de weersverwachting belooft niet veel goeds. 


zondag 11 februari 2024

Nederlands Kustpad 3 - van de Kop van de Afsluitdijk naar Harlingen

11 februari 2024


start: met de auto naar Harlingen, parkeren in overdekte parkeergarage Waddenpromenade, bus 71 in 19 minuten naar halte Kop Afsluitdijk
Kustpadkilometers: 13,5
Totaal kilometers: 14,9

Vandaag beginnen we weer eens aan iets nieuws. Nou, eigenlijk klopt dat niet echt. Het tweede deel van het Nederlands Kustpad hebben we al volledig afgestapt. Van deel 1 is het GR5 deel afgevinkt. De resterende etappes van dat eerste boekje staan voor de april-meivakantie op de planning. Blijft alleen nog deel 3 over van LAW-5. En zelfs dat is eigenlijk niet nieuw voor ons. Vorig jaar liepen wij met Pinksteren van Stavoren naar Workum, een stuk waarvan we niet helemaal snapten dat dit tot het Kustpad behoorde. Okay, het lag langs het water, maar niet van de Noordzeekust. Maar ach, het staat in het boekje, dus dan wandelen wij het. Om bij de Afsluitdijk te komen, hoefden we nog maar 1 etappe. 

Totdat ik onlangs op de site van Wandelnet keek om onze wandeling te plannen. Hu? Waar is het stuk tussen Stavoren en de Afsluitdijk gebleven? Nou, lang verhaal kort, de etappes zijn opnieuw ingedeeld. Op het overzichtskaartje is het stuk vanaf Stavoren tot de dijk nog wel ingetekend, maar als je een van beide etappes aanklikt, verschijnt de melding "oud" en wordt de pagina niet gevonden. De reden van deze wijziging heb ik overigens nergens online kunnen vinden. 

Dat houdt in dat wij vanaf de Afsluitdijk noordwaarts gaan stappen. Het komt op zich goed uit dat de eerste etappe relatief kort is, zo'n 13 kilometer. René is net hersteld van een pittige griep, dus dat geeft hem mooi de gelegenheid weer even in te komen. 

In een mistige wereld waarin de regen gestaag valt koersen wij over de Afsluitdijk naar Harlingen. Echt vrolijk worden we niet van het weer. Buienradar laat niet zien dat het beter zal worden. Om 10.25 stappen wij, nog steeds in de regen, bij halte Veerdienst op bus 71 naar de Kop van de Afsluitdijk. 


Hier is het even speuren naar de route, maar iets later kunnen we de startselfie schieten op LAW5-3. Het is tijdens onze busrit bijna droog geworden en als we even op pad zijn, kunnen de capuchons zelfs af. Over de dijk langs de Waddenzee lopen we noordwaarts. De zee oogt kalm. Echt ver kunnen we niet kijken, de eilanden hier voor de kust, Vlieland en Terschelling blijven voor ons verborgen. Wel zien we voor ons het dorpje Zurich. We passeren het onderlangs de dijk. Naar boven hoeven we niet meer, want een kilometer verder slaat de route rechtsaf het land in. 






Inmiddels is het weer gaan regenen. Niet erg, want de wind staat in de rug, dus met capuchon op voelen we het nauwelijks. Via een steile voetgangersbrug steken we de N31 over. Als we even verderop door de modder ploeteren, vragen we ons af, waarom de route hierlangs loopt. Het boekje biedt uitsluitsel. We lopen op de voormalige bodem van de Noordzee. Een zeearm, de Marneslenk, drong hier het Friese land in. Een hoge dijk beschermde de dorpjes in de buurt. Deze dijk, de Gulden Halsband, is inmiddels grotendeels afgegraven, dus er is nog maar weinig van te zien. Voor ons betekent dit stuk, naast de weidse vergezichten over het platteland, voornamelijk modderhappen. 






Na dit keer de N31 onderdoor gestoken te zijn, belanden we weer op de dijk. In de verte zien we de twee kerktorens van Harlingen al. Omdat beneden langs het water de dijk geasfalteerd is, kunnen we fijn doorstappen. De regen hebben we achter ons gelaten. Bij de Stenen Man, een monument van een voormalige grenspaal, verlaten we het water. We gaan Harlingen in. En wat is dit een leuke plaats! Zelfs in dit miezerige, ongezellige weer. We slingeren door smalle straatjes, langs grachten, waarin allerlei soorten schepen liggen. Mooie panden lijnen de straten. Met iets mooier weer zal dit echt een gezellige plaats zijn! Hopelijk hebben we dat de volgende keer als we ons Kustpadavontuur hier vervolgen. 












Voor nu stopt het bij de terminal van de veerdienst naar Vlieland en Terschelling. Om even door te warmen lopen we het plaatsje nog in op zoek naar een eettentje. Dat denken we te hebben gevonden bij 't Havenmansje, gevestigd in het markante, voormalige gerechtsgebouw. Bijna stappen we naar binnen, tot we op de deur Michelinster 2023 zien staan. Mwah, dat is niet echt iets voor ons en al helemaal niet met wandelschoenen waar de modder nog aanhangt en broeken die onder de spetters van diezelfde modder zitten. Daarom lopen we even door naar het naastgelegen restaurant. Het blijkt een pannenkoekentent te zijn. Dat past ons meer. 

Teruglopend naar de auto zien we de veerboot naar Vlieland het ruime sop kiezen. Wij gaan de dijk weer over naar Noord-Holland. De kop is er nu echt af. 

zaterdag 3 februari 2024

Trekvogelpad van Otterlo naar Beekbergen (Schalterdalweg)

3 februari 2024

start: met de auto naar halte Schalterdalweg in Beekbergen (1:40 uur). RRRHalte-taxi (vooraf gereserveerd) naar halte Krimweg in Hoenderloo, bus 106 in 14 minuten naar halte rotonde Otterlo
totaal gestapte kilometers:
kilometers Trekvogelpad: 25,1 km
etappes: 16 en 17 
kaarten uit boekje: 44, 45, 46 en 47


Helaas is René nog niet hersteld, dus het wordt weer een dagje alleen op pad voor mij. Het Trekvogelpad staat dan ook op de planning. Wel met een kleine aanpassing. René wil het stuk rond Wageningen en Bennekom namelijk graag mee stappen. Vandaar dat ik dit voor nu oversla en vanaf Otterlo verder stiefel. 

Na de gebeurtenissen op de Nederlandse snelwegen gisteravond, onder andere de A7 was geblokkeerd, is mijn eerste actie vanochtend het checken van de site van de ANWB. Alles lijkt rustig. Daarom maar direct de RRRHalte taxi gereserveerd. Al eerder hebben we, toen tijdens het Marskramerpad, dus samen met René, gebruik gemaakt van deze service van de provincie Gelderland. Omdat ik nog een aansluitende bus nodig heb, is het even rekenen voor welke tijd ik de reservering moet maken. 

Om even voor 9.00 uur parkeer ik langs de weg bij wegrestaurant Mendel aan de Arnhemseweg. Hoewel ik bij de reservering 9.20 uur heb aangegeven, staat er al een taxi met het RRR-logo aan de overkant te wachten. Zal dat hem al zijn? Even navragen en ja, dat is hem. Zo komt het dat ik ruim een half uur overstaptijd heb als ik in Hoenderloo wordt afgezet. Nu weet ik uit (Marskramerpad)ervaring, dat een halte verderop een leuke koffietent zit. Een mooie gelegenheid voor een startbakkie. 

Na een kort ritje sta ik nog voor 10.00 uur op halte Rotonde in Otterlo. Volledig in de veronderstelling dat de halte aan de route ligt, ga ik op zoek naar de rood-witte markeringen. Tevergeefs. Het boekje helpt ook niet echt, want ik kan niet achterhalen waar ik in Otterlo sta. Maar, ik heb nog een hulplijn thuis. Omdat René mij via mijn GPS kan volgen, kan hij mij al telefonerend de juiste richting wijzen. Ik ben op koers. In de Dorpsstraat in Otterlo schiet ik mijn startselfie. 

Nog geen kilometer verderop loop ik tegen de slagboom van het Nationaal Park De Hoge Veluwe aan. Dat er entree betaald moet worden, weet ik, maar als de kassière een bedrag van 13,05  euro noemt, vind ik dat niet echt weinig. Het voetpad loopt rechts langs de weg, maar even sla ik  linksaf om een kijkje te nemen bij de rekken vol witte fietsen, die nu nog netjes in het gareel staan. Natuurlijk keer ik terug naar het wandelpad, want het Trekvogelpad is immers een LAW en geen LAF. 



Parallel aan de doorgaande weg naar het Kröller-Müller museum loopt het pad slingerend door het bos. Af en toe maken bomen plaats voor een open vlakte. Everzwijnen lijken vannacht een feestje te hebben gehad, want op meerdere plaatsen langs het pad is de grond flink omgewoeld. Als de route bij het park rondom de President Steynbank afslaat richting museum, volg ik de rood-witte markeringen. Op het eerste stuk ben ik al niet veel mensen tegengekomen, maar nu ik het museum links heb laten liggen, ben ik zo'n beetje alleen op de wereld. 

Vanaf nu wordt het pad ook wat gevarieerder. Het slingert niet langer alleen horizontaal door de bossen, vanaf nu wachten ook flink wat traptreden, zowel op als af. Het zorgt af en toe voor prachtige vergezichten. Opeens doemt een soort fort op. Aan het begin van een grote open vlakte staat in de breedte een muur. Het geeft mij enigszins het gevoel van een arena uit een film. Informatieborden maken duidelijk dat dit de fundamenten zijn van het zogenaamde Groote Museum waarvoor Helene Kröller-Müller architect Berlage opdracht heeft gegeven. Het museum in deze vorm is er nooit gekomen. 









Even verderop klimt het pad de bossen weer in. Nog steeds kom ik geen andere mensen tegen. Zijn hier eigenlijk wolven? Of het nu komt door het unheimische gevoel van de grote muur op de open vlakte met de gedachte aan dystopische films, maar opeens voel ik me wel erg alleen. In mijn hoofd zing ik over Roodkapje, ok, ik heb noch een rood kapje op, noch heb ik een mand koekjes die ik naar mijn grootmoeder breng, maar alleen ben ik wel. Terwijl ik voor me uit mompel dat ik niet bang ben voor de wilde dieren, klinkt er naast me opeens veel kabaal in de struiken. Dikke schrik! Zowel voor mij als het hert dat opeens voor me op het pad staat. Niet lang, want voor ik mijn mobiel kan pakken voor een foto schiet het het bos in. 

Aan de voet van de Franse berg ligt het grafmonument voor het echtpaar Kröller. De plek is door de echtgenote uitgekozen, omdat zij dichtbij haar grote droom, het niet gerealiseerde Groote Museum haar laatste rustplaats wilde krijgen. 

Bij het naderen van het centrum waar onder andere het Parkpaviljoen ligt, wordt het iets drukker met bezoekers. Ik twijfel of ik het Museonder of de Parkwinkel zal bezoeken, maar besluit door te lopen. Er liggen nog behoorlijk wat kilometers tussen hier en de auto. 

Volgende bezienswaardigheid is Jachthuis Sint Hubertus, het voormalige buitenverblijf van de familie Kröller. In tegenstelling tot het grote museum lukte het Berlage wel dit gebouw te realiseren. De route voert niet rechtstreeks naar het bijzondere bouwwerk.  Eerst wordt nog een rondje gemaakt door een moerassig gebied langs het pompgebouw. Om droge voeten te houden is er een vlonderpad aangelegd. Altijd leuk, vind ik. 

Het is lastig om, het Jachthuis naderend, niet constant foto's te maken. Wat een uniek gebouw is dit! In het naastgelegen theehuis is het druk. Door dus maar, want het plan is om in Hoenderloo bij Brunch iets lekkers te scoren. Eerst mogen nog wat kilometers worden gestapt door het Nationaal Park. Als ik de witte fietsen in het oog krijg, weet ik dat de uitgang van het park niet ver meer is. Het park uitlopend piept mijn GPS dat kilometer 17 is aangetikt. Tijd voor een pauze. En laat nu Brunch recht tegenover de uitgang zitten. 







Weer op weg loop ik in mijn eigen voetstappen. Op 20 januari liepen we hier een stuk van het Marskramerpad. Even verderop ligt het pittoreske, witte kerkje. Het witte tapijtje dat vorige keer nog voor de deur lag is inmiddels weggesmolten. 

Al snel scheiden de routes weer. Even vrees ik dat de komende 9 kilometer tot de auto uit rechte, niet heel gevarieerde, wegen bestaat. Mijn GPS geeft meerdere keren aan dat de volgende afslag ruim 1 kilometer verderop ligt. Het geeft wel de gelegenheid nog even flink de pas erin te zetten. Toch komt er nog een fijne afwisseling bij het oversteken van de Miggelenbergweg. Vanuit de verte is het net of hoge zandduinen aan de overkant van de weg liggen. Het blijkt een soort heidegebied te zijn, waar strogeel gekleurd gras een zonnig aanzicht geeft. Het is overigens totaal niet zonnig. Mopperen doe ik echter niet, want de verwachte regen is uitgebleven. 

Tja, en de laatste kilometer zijn toch echt even bikkelen. Ik heb het een beetje gehad. Dat mag ook, want het einde is in zicht. Het is niet de meest idyllische finish gelegen aan de drukke N788, maar ik ben er. Na ruim 26 kilometer. Al luisterend naar een boek, koers ik weer huiswaarts.