zaterdag 18 mei 2024

GR5 van Eisenbach naar Bivels

18 mei 2024


start: met de auto vanaf La Sapiniere in 15 minuten naar Bivels, geparkeerd langs weg naar dorp, bus 181 in 15 minuten naar Eisenbach. Hiervandaan zo'n 1,5 kilometer teruggelopen om aan te sluiten op het vorige deel gelopen op 23 oktober vorig jaar

kilometers: 22,6
kilometers GR5: 18,9
hoogtemeters: 960

Het was gisteren een hele toer om vanuit huis in Luxemburg te geraken. Pinksterdrukte en noodweer zorgden dat het een barre rit werd. Meerdere ongelukken in België maakten duidelijk dat extra voorzichtig rijden geboden was. Na een reis van 6 uur openden we de deur van ons onderkomen van dit Pinksterweekend, een huisje op La Sapiniere in Hosingen. 

De vele regen haalde het nieuws. Noordoost Frankrijk, Luxemburg en België hebben het zwaar te verduren. Is het dan wel verstandig aan de wandel te gaan. We speuren op internet of er waarschuwingen in dit gebied zijn, maar vinden niets. Zelfs Buienradar geeft aan dat we gewoon op pad kunnen, het lijkt droog te blijven. Dus dat doen we, op pad. De auto parkeren we in Bivels. Bus 181 brengt ons naar Eisenbach. Kort hebben we een praatje met een mede-GR5 stapper. Wij moeten nog een stuk in tegengestelde richting lopen om aan te sluiten op de vorige etappe.


De klimspieren worden direct wakker geschud. Het is niet echt koud, dus de jassen verdwijnen ook snel in de rugzak. Een kort stuk op de N10 brengt ons bij het beginpunt, startselfie schieten en hup, rechtsomkeert naar Bivels. 
De geklommen meters worden teniet gedaan als we over een smal, spekglad pad overwoekerd met gras zo'n 300 meter recht naar beneden mogen. Het regent dan niet, maar onze broeken zijn doorweekt.

Weer op rivierniveau scoren we ons startbakkie bij Camping Vallée de L'our. We zijn vergeten koffie van huis mee te nemen, dus dit is ons eerste bakkie van vandaag. Na weer een kort stuk N10 begint een nieuwe klim. De eerste pittige van vandaag. In eerste instantie stijgen we nog over asfalt, later wordt dit een smal bospad. Het is te doen, maar de glibberige stenen zorgen ervoor dat we beide stokken gebruiken om ongeschonden omhoog te komen. Eenmaal boven ontvouwt zich een prachtig uitzicht, kleine dorpjes in de diepte langs de snelstromende Our, waarvan het water modderbruin ziet, velden met gewassen, gele bremstruiken. Tussen de heuvels hangen slierten wolken. In de verte zien we regen vallen.






Wij kunnen weer even bijkomen. De eerste pukkel van vandaag is bedwongen. Door een bos dalen we opnieuw naar de N10. Het water van stroompjes die de heuvels afstromen kruist regelmatig ons pad. Via switchbacks, oppassen geblazen, want het is spiegelglad, komen we beneden. Er zijn veel woorden voor het geluid dat het stromende water maakt, kabbelen, reizen, golven, maar voor vandaag is razen wel heel toepasselijk. Wat een lawaai maakt het!


Na een lunch op een bankje beginnen we aan de volgende klimmetjes. Het eerste is appeltje eitje. Af en toe gebruiken we de stok om een glijpartij te voorkomen. De vergezichten blijven wonderschoon.





En dan krijgen ook wij met het water te maken, een pittig stromend riviertje heeft een bruggetje deels onder water gezet. Gelukkig geen drama, want met een flinke sprong bereiken we bijna droog de overkant. Dan volgt een klim die de benen flink laat verzuren. Switchbacks brengen ons ondanks de protesterende spieren toch snel omhoog.
 Daar wacht de beloning in opnieuw een prachtig uitzicht. Dit keer met knalgele brem op de voorgrond. 

Nog een keer dalen we, naar Stolzembourg dit keer, voor de laatste pukkel gaat worden bedwongen. Het is duidelijk dat onze benen, nou, vooral die van mij dan, weer aan het klimwerk moeten wennen. Het is flink huffen en puffen om omhoog te komen. 
Omgevallen bomen, een smal, ook hier natuurlijk spiegelglad, pad, zorgen voor het gevoel van een hindernisbaan. De benen voelen niet meer zo soepel, dus echt behendig zal het er niet uitzien als we over de obstakels klimmen en klauteren.

Een afdaling is de aanloop voor het laatste klimmetje van vandaag. Er zijn al ruim 800 hoogtemeters bedwongen. Nog een dikke honderd wachten ons. Ruim de helft daarvan krijgen we binnen heel korte tijd voor onze kiezen. Man, dit is best steil. Vandaar dat ik ook bijna een juichkreet slaak als we boven zijn. Tenminste...boven? Wat is die uitkijktoren daar? Tja, we laten ons natuurlijk niet weerhouden en slepen, ik bijna letterlijk, onszelf nog even naar boven. Voor ik van het uitzicht over een enorm stuwmuur kan genieten, moet ik echt even bijkomen van die trap. 







De laatste kilometers voeren ons over een geasfalteerde weg naar de aansluiting richting Bleesbrueck. Het gat is gedicht. We zijn van Hoek van Holland naar Beaufort gestapt. Komende zomer gaan we verder. Wie weet kunnen we Luxemburg dan uitlopen. 



donderdag 9 mei 2024

Nederlands Kustpad van Neeltje Jans naar Renesse

9 mei 2024


start: met de auto naar Renesse Transferium, 30 minuten vanaf vakantiehuisje Zeeuws Geluk, bus 133 in 18 minuten naar halte Deltapark Neeltje Jans
etappe Wandelnet: 5 en eerste deel 6
bladzijden boekje: 16 t/m 19
kilometers gestapt: 26 (inclusief aan- en uitloop)

Voor het eerste deze week schijnt de zon door de gordijnen naar binnen. Dit gaat een mooie dag worden! Het is Hemelvaartsdag. Dat houdt in dat het OV als zondagsdienst rijdt. Hierdoor is het voor ons praktischer om vandaag niet de bijna 30 kilometer tussen Vlissingen en Domburg weg te stappen, maar een korter traject dat ook nog openstaat. Het is het vervolg van de etappe van gisteren. We mogen dus weer langs de pijlers van de Oosterscheldekering. Verder staat er een wel heel bijzonder strand op het programma, de Verklikkerplaat bij Renesse. 

Het is vandaag bijna uitslapen. De rit naar Renesse neemt maar een half uur in beslag en de aansluitende busrit zelfs nog minder. Bovendien hebben we "slechts" iets meer dan 24 kilometer voor de boeg. Vandaar dat we pas om even voor 9.30 uur de deur van vakantie-appartement Zeeuws Geluk achter ons dichtslaan. Een uur later staan we op het punt waar we gisteren de GPS'en uitdrukten. De meeste windmolens staan stil. Slechts een paar profiteren van het beetje wind dat er staat. Bij het ir. J.W. Topshuis, vanuit hier wordt de kering bediend, lopen wij de Pijlerdam op, het middenstuk van de Oosterscheldekering. Zagen we gisteren op het eerste deel dat de pijlers met een R gevolgd door een nummer waren gemerkt, vandaag zien we dat het nummer voorafgegaan wordt door een S. Zou dan de volgende rij na de Roggenplaat een T hebben? 

Op verschillende blogs heb ik gelezen dat op deze zandplaat regelmatig zeehondjes te vinden zijn. Na zorgvuldig scannen van de dam, besluiten we de omleiding niet te stappen, hoewel het natuurlijk kan zijn dat ze aan de achterzijde buiten ons zicht liggen. 





De laatste rij pijlers blijkt overigens niet met een T genummerd te zijn. Het is een H. Even nadenken zorgt ervoor dat we tot de conclusie komen dat het de eerste letters is van het water dat na de kering ligt. Het eerste deel betreft Roompot, het middenstuk Schaar en het voor ons laatste water, Hammen. Dat zou een logische verklaring zijn, toch? 

We zijn nu op Schouwen-Duiveland beland. De contouren van de Deltawerken verdwijnen achter stuifduinen. Hoog boven de Westenschouwense inlaag, waar we in de verte schattige huisjes zien liggen, lopen we naar het gehucht Westenschouwen. Hier zitten genoeg tentjes waar een startbakkie kan worden gescoord. Wij ploffen neer op het terras bij Duinzigt. Geen verkeerde keuze. 


De route naar Burgh Haamstede leidt door de Zeepeduinen. Wat een lieflijk gebied is dit! Gras- en stuifduinen bepalen het landschap. Wilde paarden lopen op veilige afstand tussen de heuvels rond. In de buurt van Burgh Haamstede betreden we het landgoed van Slot Haamstede. Wat een enorm achtertuintje heeft dit kasteel dat inmiddels in bezit is van Natuurmonumenten. 




Burgh Haamstede verwelkomt ons met weer eens een molen. Het blijkt een pannenkoekenhuis. Nou, dat komt goed uit, want wij zouden in deze plaats lunchen. We hoeven niet lang te wachten voor een tafeltje, een heel fijn plekje onder een fruitboom in de gezellige tuin. Als we even zitten, zien we een rij ontstaan voor een volgende vrije tafel. Wat een drukte! In het dorp is het nog vele malen drukker. Er is Hemelvaartsmarkt. Met dit mooie weer komen de mensen in grote getalen deze kant op. 

Wij gaan door naar Renesse. Dat is trouwens niet de leukste route. Door een soort corridor van vakantieparken en campings lopen we richting strand. De laatste kilometer worden we weer omringd door het duinlandschap. De duinen zijn hier trouwens pittig hoog. Diverse keren moeten we even aanzetten om een bult over te gaan. Sommige zijn zo steil dat fietsers wordt aangeraden af te stappen. 

En dan lopen we het strand op. Onze mond valt open. Dit lijkt meer op een of andere zandvlakte dan het strand. Ergens ver voor ons zien we de zee. Tussen ons en het water ligt een uitgestrekt, strakke vloer van zand. Een bord waarschuwt voor de gevaren hier. Dit is de Verklikkerplaat, een enorme zandbank voor de kust. Het is nu eb, maar bij vloed staat dit hele gebied onder water. Wij proberen de duinenrij aan te houden om richting Renesse te gaan. Of dat de veilige route is, betwijfelen we onderweg. De bodem is bedekt met zeeschuim en slik vanuit de zee. Ook is het best zompig. Dat betekent vast dat het water hier gewoon stroomt met vloed. Het maakt dat we even steviger doorstappen. 





De laatste kilometers naar Renesse lopen over een op dit moment druk fietspad. Regelmatig moeten we de berm in om het fietsverkeer ruim baan te geven. In Renesse is het een drukte van jewelste. Dat kan ook bijna niet anders op deze voor vrijwel iedereen vrije dag met een warm schijnende zon. Het lijkt wel vakantie...

Bij het stilzetten van de GPS hebben we net de 26 kilometer aangetikt. Morgen wacht ons laatste stuk op het Nederlands Kustpad deel 1. Dan schijnt het weer zo'n mooie dag te worden. In ieder geval qua weer, maar we vermoeden dat het met de omgeving ook wel snor zit. 


woensdag 8 mei 2024

Nederlands Kustpad van Kasteel Westhove naar Deltapark Neeltje Jans

8 mei 2024


start: vanaf vakantiewoning Zeeuws Geluk in 15 minuten naar parkeerplaats bij Neeltje Jans, bus 133 (met fikste vertraging) naar halte Hof van Tange in Middelburg in 24 minuten, 18 min overstap, bus 52 naar Kasteel Westhove in Oostkapelle in 22 minuten
etappe volgens Wandelnet: 4
kaarten volgens boekje: 12 t/m15
kilometers gestapt: 23,2

Zat gisteren alles mee, vandaag verliep iets anders. Hoewel, dit klinkt dramatischer dan het werkelijk is. Ok, het zonnetje liet ons in de steek, het was even billenknijpen of we de aansluiting zouden halen, en dat zou natuurlijk ook geen ramp zijn geweest als dat niet het geval was en de laatste kilometers deden ons even geloven dat we in een of andere dystopische film waren beland, maar eigenlijk was het weer een heel fijne wandeldag met zelfs wat extraatjes. 

De korte broeken lagen al klaar voor vandaag. Echter, bij het opentrekken van de gordijnen zien we een grijze lucht. Een vlag even verderop staat strak van de fikse wind. Uhm...toch maar even een andere kledingkeuze maken. Gelukkig maar blijkt even later. 

Op de N57 zijn wij de laatsten die door mogen. Achter ons sluit een wegwerker de weg af. Huh, wat is er aan de hand? Ongehinderd nemen we de afslag naar Neeltje Jans. Ook hier staat een man in een geel hesje dat eventueel tegemoet komend verkeer belet de N57 op te draaien. Raar, denken we weer. Vanaf de geparkeerde auto, nemen we een achteraf paadje om de hoger gelegen weg waar de bushalte aan ligt te bereiken. Eenmaal boven zien we dat de afsluiting voor beide richtingen geldt. Er is geen enkel verkeer meer te bekennen. O jee, komt de bus dan nog wel? Hoe lang vertraging kunnen we hebben om de overstap te halen? Even googelen leert dat de afsluiting van de weg waarschijnlijk een half uur duurt. Er is groot onderhoud aan de Oosterscheldekering. Nou ja, niets aan te doen. We geven ons er maar aan over. Gelukkig maar dat we dat extra jasje nog hebben gepakt en ook dat de korte broeken in de kast zijn verdwenen, want echt warm is het niet. Bovendien miezert het zelfs. De bus verschijnt tien minuten later dan gepland. De overstap levert dus geen probleem op. 

Start van vandaag ligt voor ons bij Kasteel Westhove. Voor we de eerste wit-rode markering hebben gespot, scoren we ons startbakkie bij het museumcafé van Terra Maris. Dit keer kan ook ik de lekkernijen niet weerstaan. Er staan hier namelijk Zeeuwse bolussen op de kaart. 


De eerste kilometers voeren niet rechtstreeks langs de kust. Over, best modderige, paden struinen we door bos waar de natuur haar vrije gang kan gaan. Om dat te bewijzen duikt er even voor ons een hertje op. Even kijkt het ons aan om vervolgens aan de andere kant van het pad de bosjes in te duiken. De naam van het gebied, de Manteling, verwijst naar de functie ervan. Het beschermt het noorden van Walcheren als een mantel tegen de gure zeewind. 

Het volgende natuurgebied, Oranjezon, ziet er weer heel anders uit. Duingrasland, beschutte valleien en zandverstuivingen geven een gevoel van openheid. Een van de zandpaden leidt ons naar het strand. Omdat het eb is, is het een flinke tippel naar het harde zand. We zijn zo'n beetje de enigen. Misschien wel logisch, want er staat een frisse noordenwind en hoewel het inmiddels droog is geworden, heeft de zon zich nog niet laten zien. Wij genieten er niet minder om. Heel in de verte zien we de contouren van de Oosterscheldekering. Dat is ons doel voor vandaag. Nog even opperen we dat we op moeten passen dat we niet ingesloten worden door een poel op het strand. En ja hoor, dat gebeurt natuurlijk. Opeens verhindert een stroompje van zo'n 3 meter breed ons de doorgang, nou ja, de droge doorgang. Teruglopen is eigenlijk geen optie. Erdoorheen banjeren ook niet echt. We moeten namelijk nog zo'n 15 kilometer en met natte voeten lijkt ons dat geen strak plan. Er is dus maar een alternatief, schoenen uit en door het water waden. Eigenlijk heeft dat ook wel weer wat. Omdat we vermoeden dat even verderop meer van die poelen liggen, lopen we even blootsvoets door. 






Bij Breedzand verlaten we het strand. Vanaf nu is verdwalen vrijwel onmogelijk. De GPS geeft namelijk aan dat de volgende afslag pas na 5 kilometer is. De Veerse Dam verbindt Walcheren met Noord-Beveland. Het is onderdeel van de Deltawerken. Rechts van ons zien we het Veerse meer, voorheen een onstuimige zeearm, nu door de dam een mak en brak meer. Links van ons vermaken kitesurfers zich op de golven van de Noordzee. Bij strandtent De Dam bedenken we met een biertje onder handbereik en zicht op de vliegerkunstenaars hoe bijzonder het is om te zien hoe het water voor vermaak kan zorgen, terwijl op de achtergrond de pijlers van de Deltawerken duidelijk maken hoe gevaarlijk datzelfde water kan zijn. 

Langzaam maar zeker worden de eerste 32 pijlers van het bekendste Deltawerk duidelijker. Nog even staan we aan de voet van dit zogenaamde moderne wereldwonder. Het is ook een indrukwekkend schouwspel. Met de wind op kop stappen we over de Oosterscheldekering. Als we zo over de Noordzee uitkijken kunnen we ons voorstellen wat een geweld en ravage deze enorme waterpartij kan bewerkstelligen. 

Hoog boven ons passeert de N57 de Roompotsluis. Wij blijven op waterniveau om het werkeiland Neeltje Jans te betreden. Zodra we het water zijn overgestoken lijkt het of we in een andere wereld terecht zijn gekomen. Alleen het verkeer dat verscholen achter bossages boven op de dam voorbij raast, maakt duidelijk dat we niet alleen op de wereld zijn. 






Een tunnel onder de weg brengt ons terug in het nu. Vrolijke schilderingen kleuren de zijdes en het plafond. Voor de laatste kilometers mogen we nog even genieten van de flora en fauna van dit eiland. Tenminste, dat was het plan van de routemakers. Een overstroomde watergeul gooit echter roet in het eten. Opnieuw onze schoenen uitdoen en door het water waden, zien we niet zitten. Wij kiezen daarom voor de minder schilderachtige, doorgaande weg. De etappe eindigt bij het viaduct onder de N57. Morgen stappen we hiervandaan naar Renesse. 




dinsdag 7 mei 2024

Nederlands Kustpad van Sluis naar Vlissingen

7 mei 2024


start: vanaf onze vakantiestek in 15 minuten naar de veerhaven van de Westerschelde Ferry, veer naar Breskens, bus, bus 42 naar St Annastraat in Sluis, vanaf vertrek ferry 1:10 onderweg
etappes Wandelnet: 1 en deel 2
kaarten boekje: 1 t/m 5
gestapte kilometers: 31 (exclusief overvaart) 

Er zijn dagen dat alles klopt. Vandaag was zo'n dag. Allereerst zat het weer mee. De zonneschijn maakte het best al warm, maar de frisse noordenwind zorgde voor een natuurlijke airco. De route van Sluis naar Breskens die er op de kaart niet heel gevarieerd uitzag, blijkt in werkelijkheid gewoon prachtig. De kust blijft boeien en ook het Zeeuwse (platte)land biedt veel moois. Tel daarbij op dat we voor er ook maar een meter van het pad wordt gelopen, de ferrytocht over de Westerschelde al voor een vakantiegevoel zorgt. Bovendien ligt de start van deze etappe, of beter de start van het Nederlands Kustpad natuurlijk, in Sluis met het voor Nederland unieke belfort en de omtrekkende wallen. Dat kan niet anders dan een mooie wandeldag worden, toch? 

Als er dan een minpuntje gevonden zou moeten worden, is het de tijd dat de wekker ons wekt. Kwart over zes is op een niet werkdag best vroeg. Drie kwartier later zitten we in de auto op weg naar Vlissingen. Veel te vroeg zo blijkt, want het is maar een kleine twintig minuten rijden. We hebben echter geen idee hoe de parkeersituatie is bij de ferry en hoe lang we eventueel nog moeten lopen vanaf de auto. Nou, het is echt easypeasy. Voor het stationsgebouw is een parkeerplaats. Hiervandaan is het nog geen 100 meter naar de ferry. 

De overtocht duurt een dikke 20 minuten. Als echte toeristen, de andere passagiers zitten nog een beetje te dutten, vermaken wij ons buiten op het achterdek. De haven is niet het meest pittoreske om te zien, maar de enorme schepen, kranen en alles daaromheen intrigeert. Een loodsbootje schiet over het water naar een enorm schip. De loods klimt aan boord. De ferry vaart door. In het mistige ochtendlicht vervaagt het schip. In mijn hoofd klinken de zinnen van Bløf: Vlissingen ademt zwaar en moedeloos vannacht. De haven is verlaten, want er is nog maar een vracht. Die moet in het donker buitengaats worden gebracht....





De bus naar Sluis zit vol met scholieren. Deze regio heeft duidelijk geen vakantie meer deze week. Rond 9.00 uur staan we op halte Sint Annastraat. We kunnen op pad. Een wandelboom geeft de start van het Nederlands Kustpad aan. In tegenovergestelde richting loopt het Grenslandpad. Ooit zullen we hier dus weer staan...

Het nog niet helemaal wakkere Sluis maakt een gezellige indruk. Het belfort torent overal bovenuit. Het geeft een buitenlands gevoel. Niet alleen de toren geeft ons een stukje geschiedenisles. Op het plein bij de start van het pad staat een glimmend borstbeeld van Van Dale. De grondlegger van het bekende woordenboek is hier geboren en getogen. De vaart die door de vestingstad loopt is een andere historische marker. De Damsche Vaart wordt ook wel Napoleonvaart genoemd. Deze kleine generaal gaf namelijk de opdracht om een kanaal tussen Brugge en Sluis te graven.




Door haar ligging aan het Zwin was Sluis in het verleden een belangrijke handelsstad. Hoewel verzanding van het gebied ervoor zorgde dat de schepen niet langer diep het land in konden en Sluis konden bereikten, bleef de vesting ook tijdens de Tachtigjarige Oorlog belangrijk. De wallen speelden daarbij een grote rol. De eerste kilometers van vandaag voeren ons over die oude verdedigingsmuren. Geklepper van twee ooievaarsstelletjes verwelkomt ons. Rechts ontvouwt het Zeeuwse platteland zich voor ons. Links zien we de bebouwing van de stad. 

Plattelandswegen brengen ons naar het meest zuidwestelijke dorp van Nederland, Retranchement. Ja, echt, dit is een Nederlandse plaatsnaam...Wel heeft het een Franse achtergrond. De betekenis is "verschansing:. Twee forten verbonden door verdedigingswallen werden onder regime van Prins Maurits gebouwd. Uiteraard om het verderop gelegen Sluis uit handen van eventuele vijanden te houden. Van het dorp zelf zien wij niet veel. Wel is het genieten geblazen van de natuur die de wallen hier in bezit heeft genomen. Het is een prachtig kleurenschouwspel, een helblauwe lucht, sappig groen gras en zonnige boterbloemen. Als we niet al in ons hum zouden zijn geweest, zou dit er zeker voor hebben gezorgd. 







En dan is daar, eindelijk, de kust. De monding van het Zwin zorgt voor bijzondere plaatjes. Voor ons het ruime sop van de Noordzee. Waar het water het land binnendringt liggen drooggevallen platen. Het is eb, dus de bodem van de zee is duidelijk zichtbaar. 

Cadzand-Bad wordt via een breed fietspad door de duinen bereikt. In de plaats bij strandtent Caricole piept de GPS dat de eerste etappe erop zit. Voor ons het sein om een biertje, nul procent, we zijn door schade en schande wijs geworden, op het terras te pakken. Dit is echt vakantie. De golven van de Noordzee die richting strand komen rollen, karakteristiek Zeeuwse paalhoofden die de golven breken en een biertje onder handbereik. 

De Verdronken Zwarte polder is veel mooier dan de naam doet vermoeden. Meerdere vlonderpaden zorgen dat we droge voeten houden terwijl we een inlands stuk zee oversteken. Over smalle zandpaden slingeren we door een gebied met voornamelijk jeneverbesstruiken. Op de open stukken is er even twijfel of we droge voeten houden. Met wat capriolen lukt dat gelukkig. 

Een volgende detour van het doorlopende fietspad geeft meer spectaculairs. Een trekpontje zorgt bijna alsnog voor die natte voeten als we er iets te enthousiast opspringen. Aan de overkant lijken we in een soort Teletubbie Land te zijn beland. Grasheuvels met her en der wat struikjes zijn hier het leefgebied van konijnen en hazen. Die laten zich in grote getalen zien. Helaas zijn ze wat lastiger te fotograferen. Het enige dat ontbreekt zijn de Teletubbies zelf. 







In het wandelboekje staat aangegeven dat de situatie in de buurt van Nieuwesluis constant verandert in verband met werkzaamheden. Al snel merken we dat de route dan ook afwijkt van het kaartje in het boekje. Wij volgen braaf de GPS en de wit-rode markeringen. Deze brengen ons in het redelijk nieuw aangelegd lijkende natuurgebied de Waterdunen. Even baal ik dat we de zwartwitte vuurtoren van Breskens nu letterlijk en figuurlijk links laten liggen. Toch is dit gebied zo mooi dat die teleurstelling snel verdwijnt. Watervogels in alle soorten en maten trekken aan ons voorbij. Of eigenlijk trekken wij aan hen voorbij. Als kers op de taart komt het pad toch nog bij de vuurtoren uit. 



Het einde is nu in zicht. Aan de overkant zien we Vlissingen liggen. Enorme schepen varen ons voorbij. Ook de ferry is al onderweg naar Breskens. De overtocht verloopt weer net zo gladjes als de heenreis. Ruim 31 kilometer zijn weggestapt. En wat een mooie kilometers waren het...hier aan de kust, de Zeeuwse kust.