zaterdag 27 januari 2024

Trekvogelpad van Langbroek naar Elst

27 januari 2024


start: auto naar Elst, parkeren langs N416 bij bushalte Franseweg, bus 50 naar Doorn, bus 56 naar Langbroek (OV-tijd 34 minuten)
totaal gestapte kilometers: 23,8
kilometers Trekvogelpad: 23,4
etappes: 11 (restantje), 12 en 13 (start)
kaarten uit boekje: 33, 34, 35 en 36

De hele week heb ik de weersites in de gaten gehouden. Het plan was namelijk om twee dagen op het Pelgrimspad te stappen. Twee eerdere pogingen om van Middelbeers verder te gaan op LAW 7, mislukten jammerlijk. Vlak na de zomervakantie gooide mijn gebroken arm roet in het eten. Het plan was toen om met een rugzak door te lopen, gebruik makend van Vrienden op de Fiets-adressen. De tweede keer besliste een coronabesmetting dat we geen Pelgrimspadkilometers konden maken. Dus, dit weekend was het plan een nieuwe poging te wagen. Een overnachting was al geboekt. Maar, alsof de duvel ermee speelt, donderdag werd René ziek. Nog heel even twijfelde hij of hij niet gewoon door moest zetten, maar de thermometer hakte de knoop door. Koorts. 

Gelukkig heb ik een alternatief, mijn soloproject, het Trekvogelpad. Op 7 januari eindigden we, toen wel samen, in Langbroek. Een beetje gepuzzel levert voor vandaag een etappe van ruim 23 kilometer op, tot Elst. In Utrecht! Want bij het uitzoeken van het OV bleek dat ik ook zomaar in Elst, Gelderland terecht zou kunnen komen. 

Om 7.30 uur rijd ik door een nog donker land naar het zuidoosten. Het blijft een mooi gezicht om de winterse wereld langzaam te zien ontwaken. Ruimschoots op tijd parkeer ik langs de Veenendaalsestraatweg in Elst. Bus 50 brengt me in zo'n 25 minuten naar halte Centrum in Doorn. Zo'n beetje voor de deur van Bij Frouke, waar we tijdens de vorige wandeling nog aan de koffie zaten, stap ik over op bus 56 richting Wijk bij Duurstede. Langs de sportvelden, waar druk wordt gevoetbald rijdt de bus Langbroek binnen. Even later sta ik buiten bij halte Julianalaan. Ik kan op pad. Maar uiteraard niet voor ik een startselfie heb geschoten. 


De eerste twee kilometer lijken op papier saai, langs een lange, rechte weg met schijnbaar weinig vertier. Niets is minder waar. Al na een meter of 50 passeer ik links de Brink. Het is een pleintje uit een prentenboek, waterpomp in het midden, knusse, bakstenen huizen aan de zijden en aan het eind een kerkje. 

Het is een bleke, winterse wereld. Zonnestralen zorgen ervoor dat de berijpte velden schitteren. Knotwilgen weerspiegelen in de sloten. Ik volg de wolkjes die mijn adem veroorzaakt. Een paar monumentale gebouwen maken dat ik even een blik in het Trekvogelpadboekje werp. Rechts van de weg ligt Walenburg, een donjon uit de 14e eeuw. De tuinen om het kasteel zien er prachtig onderhouden uit. Een ommetje over de weilanden zorgt voor een goed zicht op kasteel Sandenburg aan de overkant. Even verderop weer terug op de Langbroekerdijk staat een poort die tot kasteel Groenestein behoorde. 






Via een nog berijpt, dus spiegelglad bruggetje beland ik in een knotwilgenbos. De knalgele takken maken dat je je in een soort sprookjesbos waant. Over modderige paden slinger ik door het bosje. Tot een ander bruggetje me aan de achterkant van hoeve Groenestein brengt. Een lang, onverhard pad ligt voor me. 



De eveneens kaarsrechte Gooyerdijk is helaas een stuk minder rustig. Regelmatig moet ik flink de smalle berm instappen om de auto's ruimte te geven. Ik houd er rekening mee dat het achterop komend verkeer net zo veel last van de laagstaande zon heeft, als ik heb. Veiligheid voor alles. 

Het landgoed rond kasteel Broekhuizen is een fijne afwisseling op de rechte wegen. Hier slingert het pad langs een plas met constant zicht op het statige huis. Zodra het park verlaten is, verschijnt op mijn horloge opnieuw een vandaag vaker voorkomende aanwijzing, de volgende afslag is pas na ruim 1 kilometer. Het is dus niet een heel gevarieerde route, toch verveelt het geen moment. De witte waas waar vanochtend de bodem mee bedekt was, is al lang verdwenen. Wel hangt er tussen de bomen nog een mystieke mist. 




Op de Lekdijk lopend kijk ik even naar de niet zichtbare overkant van de Nederrijn. Daar ergens ligt Eck en Wiel, waar we tijdens het Romeinse Limespad bij een Vrienden op de Fiets adresje overnachtten. Voor me zie ik de contouren van Amerongen. Rechtstreeks daarheen voert het pad niet. Ik maak een omweg over modderige paden langs Zuylestein. Een uitnodigend bord dat aangeeft dat de koffie met lekkers klaarstaat, kan ik niet weerstaan. Het is even zoeken waar het portiersgebouw precies is gesitueerd op het enorme terrein, maar het lukt. Niet veel later zit ik op het terras in het zonnetje met een kop koffie begeleid door appelgebak. Het winkeltje waar verse groenten uit de moestuin worden verkocht ziet er ontzettend kneuterig en gezellig uit. 




Amerongen is een mooi plaatsje. Het kasteel is het middelpunt, maar de smalle straatjes lonken. Tijd om het kasteel te bezoeken neem ik niet. Vanaf de buitenkant maakt het een grootse indruk. De laagstaande zon zorgt ervoor dat het lastig is het goed op de foto te krijgen. Verder vallen de lange, houten, zwarte huizen op. Dit zijn voormalige tabaksschuren. 





Langs de oever van nog steeds de Nederrijn voert de route naar Elst. Tenminste dat is de bedoeling. Een halfslachtig roodwit lint probeert de doorgang van een pad te verhinderen. Ik twijfel, maar hordes mensen, nou ja, een paar groepjes, stappen gewoon door en ook uit tegenovergestelde richting komen wandelaars. Een van hen geeft aan dat dit pad afgesloten is geweest in verband met de hoge waterstand. Nu deze weer enigszins normaal is, mag het pad dus ook weer open. Ik sta mezelf toe hem te geloven en loop het pad op. Na zo'n vijfhonderd meter is er een overgang naar een ander pad. Hier is het houten toegangshek met een slot gesloten. Een bord geeft aan dat het nog steeds verboden toegang is, niet omdat er water op het pad staat, maar omdat, gezien de nog steeds best hoge waterstand, het leefgebied van de dieren op de oevers te beperkt is geworden. Andere wandelaars wurmen zich langs het hek. Ik besluit gehoorzaam te zijn en kies ervoor over het fietspad langs de naastgelegen weg verder te gaan. In het boekje heb ik gezien dat beide routes straks weer samenkomen. 


Inmiddels ben ik in Elst beland. Als ik deze weg een paar kilometer rechtdoor stap, ben ik bij de auto. Maar dan mis ik het stuk bos dat me nog wacht. Bovendien moet ik dat dan de volgende keer wandelen. Ik laat me dus het bos insturen. Het Trekvogelpad voert niet over het hoogste punt van de Utrechtse Heuvelrug, de Amerongse Berg. Het 6,5 meter lagere broertje, de Elsterberg is wel in de route opgenomen. Zo wandelend valt dit alleszins mee. Dat lijkt minder te zijn voor de huffende en puffende mountainbikers die me regelmatig passeren. 

Na de afdaling wordt het een klein stukje ongezellig als het pad parallel aan de N416 loopt. Zodra een roodwitte pijl aangeeft dat de route aan de overkant verder gaat richting Rhenen, negeer ik de aanduiding en loop rechtdoor. Naar de auto, waar ik de GPS na bijna 24 kilometer stop. Op naar de zieke!




Geen opmerkingen:

Een reactie posten