zaterdag 3 februari 2024

Trekvogelpad van Otterlo naar Beekbergen (Schalterdalweg)

3 februari 2024

start: met de auto naar halte Schalterdalweg in Beekbergen (1:40 uur). RRRHalte-taxi (vooraf gereserveerd) naar halte Krimweg in Hoenderloo, bus 106 in 14 minuten naar halte rotonde Otterlo
totaal gestapte kilometers:
kilometers Trekvogelpad: 25,1 km
etappes: 16 en 17 
kaarten uit boekje: 44, 45, 46 en 47


Helaas is René nog niet hersteld, dus het wordt weer een dagje alleen op pad voor mij. Het Trekvogelpad staat dan ook op de planning. Wel met een kleine aanpassing. René wil het stuk rond Wageningen en Bennekom namelijk graag mee stappen. Vandaar dat ik dit voor nu oversla en vanaf Otterlo verder stiefel. 

Na de gebeurtenissen op de Nederlandse snelwegen gisteravond, onder andere de A7 was geblokkeerd, is mijn eerste actie vanochtend het checken van de site van de ANWB. Alles lijkt rustig. Daarom maar direct de RRRHalte taxi gereserveerd. Al eerder hebben we, toen tijdens het Marskramerpad, dus samen met René, gebruik gemaakt van deze service van de provincie Gelderland. Omdat ik nog een aansluitende bus nodig heb, is het even rekenen voor welke tijd ik de reservering moet maken. 

Om even voor 9.00 uur parkeer ik langs de weg bij wegrestaurant Mendel aan de Arnhemseweg. Hoewel ik bij de reservering 9.20 uur heb aangegeven, staat er al een taxi met het RRR-logo aan de overkant te wachten. Zal dat hem al zijn? Even navragen en ja, dat is hem. Zo komt het dat ik ruim een half uur overstaptijd heb als ik in Hoenderloo wordt afgezet. Nu weet ik uit (Marskramerpad)ervaring, dat een halte verderop een leuke koffietent zit. Een mooie gelegenheid voor een startbakkie. 

Na een kort ritje sta ik nog voor 10.00 uur op halte Rotonde in Otterlo. Volledig in de veronderstelling dat de halte aan de route ligt, ga ik op zoek naar de rood-witte markeringen. Tevergeefs. Het boekje helpt ook niet echt, want ik kan niet achterhalen waar ik in Otterlo sta. Maar, ik heb nog een hulplijn thuis. Omdat René mij via mijn GPS kan volgen, kan hij mij al telefonerend de juiste richting wijzen. Ik ben op koers. In de Dorpsstraat in Otterlo schiet ik mijn startselfie. 

Nog geen kilometer verderop loop ik tegen de slagboom van het Nationaal Park De Hoge Veluwe aan. Dat er entree betaald moet worden, weet ik, maar als de kassière een bedrag van 13,05  euro noemt, vind ik dat niet echt weinig. Het voetpad loopt rechts langs de weg, maar even sla ik  linksaf om een kijkje te nemen bij de rekken vol witte fietsen, die nu nog netjes in het gareel staan. Natuurlijk keer ik terug naar het wandelpad, want het Trekvogelpad is immers een LAW en geen LAF. 



Parallel aan de doorgaande weg naar het Kröller-Müller museum loopt het pad slingerend door het bos. Af en toe maken bomen plaats voor een open vlakte. Everzwijnen lijken vannacht een feestje te hebben gehad, want op meerdere plaatsen langs het pad is de grond flink omgewoeld. Als de route bij het park rondom de President Steynbank afslaat richting museum, volg ik de rood-witte markeringen. Op het eerste stuk ben ik al niet veel mensen tegengekomen, maar nu ik het museum links heb laten liggen, ben ik zo'n beetje alleen op de wereld. 

Vanaf nu wordt het pad ook wat gevarieerder. Het slingert niet langer alleen horizontaal door de bossen, vanaf nu wachten ook flink wat traptreden, zowel op als af. Het zorgt af en toe voor prachtige vergezichten. Opeens doemt een soort fort op. Aan het begin van een grote open vlakte staat in de breedte een muur. Het geeft mij enigszins het gevoel van een arena uit een film. Informatieborden maken duidelijk dat dit de fundamenten zijn van het zogenaamde Groote Museum waarvoor Helene Kröller-Müller architect Berlage opdracht heeft gegeven. Het museum in deze vorm is er nooit gekomen. 









Even verderop klimt het pad de bossen weer in. Nog steeds kom ik geen andere mensen tegen. Zijn hier eigenlijk wolven? Of het nu komt door het unheimische gevoel van de grote muur op de open vlakte met de gedachte aan dystopische films, maar opeens voel ik me wel erg alleen. In mijn hoofd zing ik over Roodkapje, ok, ik heb noch een rood kapje op, noch heb ik een mand koekjes die ik naar mijn grootmoeder breng, maar alleen ben ik wel. Terwijl ik voor me uit mompel dat ik niet bang ben voor de wilde dieren, klinkt er naast me opeens veel kabaal in de struiken. Dikke schrik! Zowel voor mij als het hert dat opeens voor me op het pad staat. Niet lang, want voor ik mijn mobiel kan pakken voor een foto schiet het het bos in. 

Aan de voet van de Franse berg ligt het grafmonument voor het echtpaar Kröller. De plek is door de echtgenote uitgekozen, omdat zij dichtbij haar grote droom, het niet gerealiseerde Groote Museum haar laatste rustplaats wilde krijgen. 

Bij het naderen van het centrum waar onder andere het Parkpaviljoen ligt, wordt het iets drukker met bezoekers. Ik twijfel of ik het Museonder of de Parkwinkel zal bezoeken, maar besluit door te lopen. Er liggen nog behoorlijk wat kilometers tussen hier en de auto. 

Volgende bezienswaardigheid is Jachthuis Sint Hubertus, het voormalige buitenverblijf van de familie Kröller. In tegenstelling tot het grote museum lukte het Berlage wel dit gebouw te realiseren. De route voert niet rechtstreeks naar het bijzondere bouwwerk.  Eerst wordt nog een rondje gemaakt door een moerassig gebied langs het pompgebouw. Om droge voeten te houden is er een vlonderpad aangelegd. Altijd leuk, vind ik. 

Het is lastig om, het Jachthuis naderend, niet constant foto's te maken. Wat een uniek gebouw is dit! In het naastgelegen theehuis is het druk. Door dus maar, want het plan is om in Hoenderloo bij Brunch iets lekkers te scoren. Eerst mogen nog wat kilometers worden gestapt door het Nationaal Park. Als ik de witte fietsen in het oog krijg, weet ik dat de uitgang van het park niet ver meer is. Het park uitlopend piept mijn GPS dat kilometer 17 is aangetikt. Tijd voor een pauze. En laat nu Brunch recht tegenover de uitgang zitten. 







Weer op weg loop ik in mijn eigen voetstappen. Op 20 januari liepen we hier een stuk van het Marskramerpad. Even verderop ligt het pittoreske, witte kerkje. Het witte tapijtje dat vorige keer nog voor de deur lag is inmiddels weggesmolten. 

Al snel scheiden de routes weer. Even vrees ik dat de komende 9 kilometer tot de auto uit rechte, niet heel gevarieerde, wegen bestaat. Mijn GPS geeft meerdere keren aan dat de volgende afslag ruim 1 kilometer verderop ligt. Het geeft wel de gelegenheid nog even flink de pas erin te zetten. Toch komt er nog een fijne afwisseling bij het oversteken van de Miggelenbergweg. Vanuit de verte is het net of hoge zandduinen aan de overkant van de weg liggen. Het blijkt een soort heidegebied te zijn, waar strogeel gekleurd gras een zonnig aanzicht geeft. Het is overigens totaal niet zonnig. Mopperen doe ik echter niet, want de verwachte regen is uitgebleven. 

Tja, en de laatste kilometer zijn toch echt even bikkelen. Ik heb het een beetje gehad. Dat mag ook, want het einde is in zicht. Het is niet de meest idyllische finish gelegen aan de drukke N788, maar ik ben er. Na ruim 26 kilometer. Al luisterend naar een boek, koers ik weer huiswaarts. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten